Sunday, March 18, 2007

20 januari tot 23 februari – na de stilte/voorbereiden terreinmissies

Zoals ik zelf al wel gedacht had, heeft het werk de mogelijkheid om de blog aan te vullen ingehaald. Niet alleen dat, maar er zijn ook veel problemen met internet en vooral elektriciteit geweest. We hebben twee weken zonder elektriciteit op de faculteit doorgebracht, van tijd tot tijd ging ik wel ergens anders internetten. Dankzij gsm-connectie en generator heeft het mij nooit echt geblokkeerd.

In tussentijd is er vanalles gebeurd, maar niet zoveel interessant om te vertellen op de blog. Ik heb me vooral bezig gehouden met de organisatie van mijn terreinwerk en zoals ter verwachten viel in een Afrikaans land, is dat relatief moeilijk verlopen. De problemen zijn te veel om op te noemen en gaan van materiële aard over financieel, materiaal (beschikbaarheid) over human ressources (aantal techniekers), maar het zijn allemaal kleine dingen die ondertussen ook (zo goed als) allemaal opgelost zijn. Alleen heeft het mij wel een paar weken gekost. Inkopen doen voor het terreinwerk: in Kisangani verspil je soms een halve dag vooraleer je een bepaald product vindt tegen een goede prijs, zeker als blanke. Iemand anders de inkopen laten doen, denk je dan. Ik heb dat inderdaad geregeld aan onze techniekers over gelaten maar achteraf vaak vastgesteld dat het niet écht was wat ik wou maar dat ze vooral wat recreatie op de inkopen doen en dat loopt snel in de papieren! Dat zijn dingen die toch nog altijd niet uit dit land zijn verbannen, ondanks de goede intenties van Kabila. Zelfs binnen ons team is dat dus schering en inslag en ik heb me al veel moeite, te veel moeite, getroost om daar af en toe iets aan te willen veranderen. Ik heb ondertussen begrepen dat zonder recreatie hier niets vooruit gaat en het opgegeven om er nog veel aan te willen veranderen, dat is niet mijn taak. Je kunt gemakkelijk weken verspillen met inventarisatie, ik heb me daar een deel van de tijd boven vermeld mee bezig gehouden.

Verder gaat alles wel goed, binnen ons team lukt het allemaal wel, goede collega’s maar je moet toch wel het één en ander verdragen of weten van hun karakter, dat voor een deel wel degelijk zeer anders is dan de “gemiddelde Europeaan”. Al bij al denk ik dat het bij mij nog wel lukt, maar toch, soms heb ik er genoeg van. Dudu is een hele tijd serieus ziek geweest (malaria en tyfus).

Ik heb maman Alice naar huis moeten sturen, ze hield of wou zich niet houden aan de afspraak of de afspraak was niet goed, enfin, te veel problemen en ik had er eigenlijk genoeg van om daar mijn tijd aan te moeten besteden. Voor de rest heb ik nog een paar opmerkelijke dingen gegeten: porc-épic (stekelvarken), zeer lekker & speciaal vlees, heel aparte smaak; verschillende woudvruchten tijdens terreinwerk; gedroogd Cricetomys-vlees (een knaagdier ;-) ) – gefumeerd en veel te sterk naar mijn smaak; verse mangoest (lekker en niet te sterk), schildpad (ook moeilijk te beschrijven), krokodil (goed klaargemaakt door een maman van Basako, 300 km verder waar nog krokodillen in de Congo zitten).

In deze periode heb ik ook een aantal verkenningen gemaakt en de plaats gevonden waar ik, denk ik, mijn derde proefterrein kan opzetten. In de twee andere proefterreinen is het voorbereidingswerk bijna afgelopen. Als ik dit typ, ben ik in Masako voor een trainingssessie van de techniekers en de installatie van de grids. Grids van 100 bij 100 meter maken in primair regenwoud en jachères lijkt gemakkelijk, maar is het niet. Rechte lijnen en hoeken zijn na te streven maar relatief in dergelijk habitat. Ondertussen wordt je langs alle kanten aangevallen door vliegen, van de stekende en bloedzuigende soort. En je moet nog veel lijnen doen, elke keer meten dat het 10 meter is, stations plaatsen… bref, twee dagen hard werken per grid en daarna een week afzien want overal beten. Ondertussen gaat het terreinwerk hier verder en hoop ik alles georganiseerd te krijgen in de (korte) periode die me rest. 6 maanden lijkt lang, en is het ook voor mij, maar in een land als Congo stelt het niets voor. Ik heb moeten merken dat onderzoek hier niet gemakkelijk is. Om het met de woorden van Dudu te zeggen: in vergelijk met hier, is de Kalmthoutse heide als proefterrein een voetbalveld.
Internet was ondertussen ook uitgevallen wegens slecht beheer op de faculteit zelf. Daar hebben Juakaly en ik dan maar zelf een aantal stappen ondernomen om het zinkende schip te redden en gelukkig is ons dat ondertussen ook gelukt. Mits wat goed beheer, kan hier veel vooruitgaan. Momenteel werkt internet al terug, al heb ik er nog niet van kunnen proeven. Tegen de tijd dat je dit leest, is dat ongetwijfeld wel het geval. Ik hoop dat het verder goed gaat gaan nu.
Ik heb ook nog een conferentie bijgewoond van SOCECO (Société Congolaise des Ecologistes), een organisatie die zelf gecreëerd is tijdens die conferentie. Jammer dat er zoveel discussie was rond de statuten, eigenlijk is er wetenschappelijk zeer weinig gediscussieerd, gelukkig waren er wel wat interessante contacten, want voor mij was de rest niet veel interessants. Ik heb me tot grote vreugde van mijn collega’s veel bezig gehouden met het uittypen van de statuten tijdens de conferentie zelf, demonstratie van 10 vinger typen. Maar goed, ik heb toch even de ecologen van Congo aangesproken en ze weten op zijn minst nu dat ik hier in Kisangani werk.

Vanaf nu zal de blog allicht maar sporadisch aangevuld worden, niet alleen zal ik veel op terrein zijn, maar ik heb gewoon geen tijd meer om veel te schrijven.

23 februari tot 3 maart – Terreinwerk Masako

Het terreinwerk in Masako heeft wat tijd gekost want ik heb tegelijk met het traceren van twee grids de drie nieuwe techniekers vangst/hervangst aangeleerd. Enfin twee, een derde is op terrein met Mukinzi in het reservaat Yoko. De drie nieuwe techniekers zijn alle drie biologen, wat mij enorm de taak vergemakkelijkt, ze begrijpen veel sneller de mogelijke problemen en doelen van het onderzoek. We gaan proberen drie teams van twee techniekers te vormen, telkens een bioloog en een afgestudeerde van ISEA Bengamissa, te vergelijken met onze land- en bosbouwingenieurs. Ik denk dat het allemaal wel gaat los lopen zo. Er zijn wat klachten geweest over de manier waarop de wetenschappers de techniekers behandelen en over de condities op terrein en in Masako hebben we daar (te) lang over gediscussieerd, maar dat was nodig om alles te kunnen oplossen. Voor de rest heb ik het programma voor vangst/hervangst analyses aangeleerd aan alle techniekers en gaan we dat de komende maanden perfectioneren. Er resten er mij nog drie momenteel, jammer genoeg is de helft al gepasseerd. Gelukkig zijn in Masako beide grids wel gecreëerd, al heeft de grid in primair regenwoud ons veel kopzorgen bezorgd (lijnen die verkeerd vertrokken waren etc.). Ik heb pas nu een beetje door hoe je een grid maakt zonder al te veel afwijkingen in primair regenwoud, leren kost tijd zeker? De twee nieuwe techniekers waar ik mee gewerkt heb in Masako, vallen mij in ieder geval mee. Je voelt toch echt dat het mensen zijn met een ander opleidingsniveau.

4 maart – 9 maart: Kisangani

Een kort verblijf in Kisangani om een hele hoop zaken voor te bereiden en te regelen. Eerst hebben we het weerstation gemonteerd op het dak van LEGERA, dat zal de onderzoekers van UNIKIS toelaten om eerstehands weergegevens te hebben, direct in elektronische vorm. Ondertussen heb ik de collega’s uitgenodigd voor een avondje iets rustig te gaan drinken, dat ons heeft toegelaten om een avond de wetenschap te vergeten en te babbelen over een hele hoop dingen. Het internet is hersteld op de faculteit, grotendeels dankzij Juakaly & mij, nu maar hopen dat alles goed blijft lopen de komende maanden, maar persoonlijk heb ik er een redelijk goed oog op. Ondertussen probeer ik ’s avonds als ik wat tijd over heb, hoewel ik dat eigenlijk sowieso niet heb, te kijken naar de computers van het internetcafé dat bij ons op de faculteit geïnstalleerd is. Op het einde van mijn reis moet dat café autonoom kunnen werken, maar dat zal wel lukken, nog één avond stabiele stroom en dat is al in orde. Van stroom gesproken, dat is de laatste tijd in Kisangani precies redelijk stabiel. Natuurlijk, als ik terug gekomen ben van terrein, viel de stroom net uit & de dag voor ik moest vertrekken was het van hetzelfde, met andere woorden, SNEL (de elektriciteitsmaatschappij) doet het ervoor precies. Bon voor de rest hebben we een onderzoeksgroepsvergadering gehad voor LEGERA, zowat de eerste sinds zeer lang, denk ik, en min of meer op mijn aandringen, maar met de goedkeuring van iedereen. Op die vergadering, die drie uur heeft geduurd, hebben we een hele hoop kwesties kunnen bespreken en oplossen, onder andere een aantal problemen van alle doctoraatsstudenten op terrein. Een memorabel moment tijdens de vergadering: twee delegaties komen ons bezoeken, één van WWF en één van de UCL Louvain-La-Neuve met de rector van UNIKIS erbij. We zijn in volle vergadering, Dudu kan niet anders dan één van de delegaties te ontvangen maar wij weigeren onze vergadering op te schorten dus de delegatie van UCL komt naar boven met de vice-decaan. En zij begint ons voor te stellen eindigend met: “Et nous avons même un Belge”! Het is eens iets anders dan voorgesteld worden als lid van LEGERA, zoals ik voorgesteld wordt door Dudu ;-)! En je moest de reactie zien van één van de proffen die zijn ogen open trok als hij een witte man zag diep in de gangen van UNIKIS haha, het is niet te geloven eigenlijk.

10 maart – 18 maart: Terreinwerk Yoko

In het Yoko reservaat waren de grids in principe al ter plaatse. Maar na controle hebben we besloten één grid heraan te leggen, de andere moet ik morgen, op hoop van zegen, nog controleren! Ondertussen is de elektriciteitsinstallatie van het station door onze techniekers gebeurd en die laat mij toe om dit te typen. Niet dat je daar veel bij moet voorstellen, een generator en wat kabels en contacten, maar voor hier is dat al heel veel.

De Yoko is ook dé plaats voor pipi, een soort (vooral nachtactief) vliegend insect, opnieuw van het stekende en bloedzuigende soort en bovendien lekker klein, zodat je ze niet eens merkt, tot ’s avonds alles begint te jeuken natuurlijk. Dat hoort bij terreinwerk in een tropisch regenwoud.

Ondertussen hebben we de grids gecontroleerd en heraan gelegd waar nodig, gelukkig was dat snel gebeurd. In beide grids is de eerste vangstsessie ondertussen achter de rug, met goede resultaten, vooral in de reeds bestaande grid. Ook in de nieuwe zal het wel los lopen, maar daar zijn de dieren duidelijk nog niet gewend aan onze vallen en het aas. De eerste dag waren er twee dieren (op 100 vallen!), maar de laatste dag was het aantal toch al opgelopen tot 11. Ik heb de techniek van mijn collega’s verbeterd voor de vangst/hervangst en ze kunnen nu goed overweg met de pc (vooral het programma dat we gebruiken voor het ingeven van vangst/hervangst gegevens).

Zelf heb ik toch wat werk kunnen doen, ondanks het terreinwerk en de jeuk langs alle kanten. Een stuk van het eeuwigdurende artikel herschreven, weergegevens van het station gerangschikt in een excel bestand, … . De laatste avond hebben we ook een film getoond voor de kinderen hier (op de laptop) en de foto’s die we hier hebben genomen. Vooral dat laatste vinden ze plezant. Ik had voor iedereen ook een lekstok meegenomen.
Zelf heb ik geleerd hoe je rode bosmieren kunt tegenhouden: gewoon een lijn aanleggen van maniok-poeder en ze blijven op een afstand, werkt zeer effectief en kost niks!

Voila, morgen de laatste dag alweer en een gefaseerde terugkeer naar Kisangani, wie weet is er internet & elektriciteit tesamen zodat ik deze tekst op het net kan zwieren… . (en jawel er was licht, dus de blog is nog eens aangevuld!)